‘Ik wil het publiek meenemen naar mijn wereld’

In gesprek met Modeontwerper Claes Iversen over zijn 10-jarig jubileum.
Twintig jaar geleden kwam hij vanuit Denemarken naar Nederland en dit jaar viert Claes Iversen zijn tienjarig jubileum als zelfstandig modeontwerper. Een periode waarin hij een indrukwekkende staat van dienst neerzette en hij zijn naam definitief wist te vestigen in de internationale wereld van haute couture. Niet voor niets is hij de favoriete ontwerper van koningin Máxima. Regelmatig schittert zij tijdens officiële gelegenheden in zijn prachtige creaties. Op 28 september 2018 presenteert hij zijn nieuwe herfst- en wintercollectie FW2018/2019 in de Grote Kerk in Goes, tijdens Goes Couture. Een verrassende show om naar uit te kijken!

Voorbespreking voor de show in de Grote Kerk met Claes Iversen (links op header afbeelding) in Amsterdam vergezeld met Zeeuwse delicatessen.

Hebt u iets met Zeeland?

‘Eh… Ik ben inmiddels een echte Amsterdammer en ik kom weinig buiten de stad. Ik meen dat ik 15 jaar geleden één keer in Zeeland ben geweest. Ik hou in elk geval heel erg van oesters!’

Hoe is uw passie voor mode ontstaan?

‘Het is mij niet duidelijk hoe deze passie is ontstaan. Maar vanaf het moment dat ik als kind besefte dat er een beroep bestond als “modeontwerper”, wist ik wat ik wilde doen.’

Wat rekent u tot de hoogtepunten uit uw carrière? 

‘Binnen de branche waarin ik werk, komen continu hoogtepunten voorbij waarmee ik blij mag zijn. Bijvoorbeeld op zakelijk gebied, als wij ons team kunnen uitbreiden. Dat is voor mij een teken dat het goed gaat. Maar ik ben ook blij met elke publicatie die wij hebben in mooie bladen. En niet te vergeten: met de vele bijzondere mensen die ik de laatste tien jaar heb mogen kleden. Dat zie ik iedere keer weer als een enorm compliment.’

Wat is het kenmerk van een Claes Iversen-creatie?

‘Het zijn op de eerste plaats kleren. Ik begin een ontwerp altijd vanuit het kledingstuk en kies niet zomaar een vorm. Bijvoorbeeld: een colbert met goede pasvorm, een trenchcoat met mooie detaillering of een jurk met een bijzondere borduur. Binnen het gekaderde klassieke kledingstuk zoek ik naar vernieuwing en innovatie. Hier kan ik eindeloos op variëren en mee experimenteren. Mijn stijl is altijd vrouwelijk en ik vind het interessant om te spelen met tuttig en sexy; dat het nooit alleen één van beide is. Verder is dualiteit een belangrijk kenmerk: mannelijk versus vrouwelijk, licht en vloeiend versus “getailored” en “sharp”.’

Hoe ziet u het belang van ambacht- en vakmanschap in uw vakgebied?

‘Het is voor mij een grote drijfkracht om oude, traditionele technieken en ambachtsvormen toe te passen op een nieuwe manier en deze mee te nemen naar de toekomst. Wij moeten koesteren wat de vakmannen vóór ons hebben uitgevonden en ik vind het mijn taak om te zorgen dat het echte ambacht niet uitsterft.’

Als u geen couturier was geworden, wat had u dan willen zijn?

‘Ten eerste noem ik mijzelf geen couturier, maar een ontwerper. Ik vind deze beroepsomschrijving beter passen bij wat ik doe. Ik maak niet alleen couture, maar ook ready-to-wear kleding, uniformen, schoenen en accessoires. Ook heb ik tuinen ontworpen, interieurs en zelfs een munt. Ik wil mijzelf niet limiteren binnen mijn vak als ontwerper. Daarom denk ik ook dat – als ik geen modeontwerper was geworden – het toch een ander creatief beroep zou zijn geweest.’

Waar laat u zich komend seizoen door inspireren?

‘In mijn laatste collectie komen meerdere concepten en inspiratie samen. Na een seizoen dat heel kleurrijk en warm was, had ik zin in iets tegenovergestelds. Dit gebeurt vaker. Ik wilde een meer duister beeld neerzetten en ook spelen met het begrip “slechte smaak”; wat is dat? Dus naast het creëren van een jaren 80/90- gevoel vond ik het interessant om in de wereld van fetisj te duiken en te kijken hoe ik dit mooi kon maken. Daarom zie je naast latex en sm-elementen, accessoires als diamanten colliers en verfijnde borduursels. (Met een knipoog, red.) Het resultaat is een stijlvolle “dominatrix!”’

Hoe werkt u toe naar een show?

‘Aan de ene kant is een show een mooie afsluiting van een drukke periode. Niet alleen voor mij, maar voor mijn hele team is dit een moment om te vieren dat er weer een collectie is geboren. Tijdens de show kun je je hele verhaal vertellen met muziek, styling en uiteraard de locatie, om je ideeën achter de collectie te versterken. Veel gasten zien de show als een soort entertainment. Het mag ook zeker “entertaining” zijn, maar voor mij is dit hét moment dat ik laat zien wat mijn visie op mode is voor het komende seizoen. Het moment dat ik mijn verhaal als ontwerper kan delen met de buitenwereld. Een show is daarom ook “gewoon” werk!  De periode tot en met de show en op de dag zelf werkt iedereen uiterst geconcentreerd en gefocust. Er is geen sprake van stress, geschreeuw of drama. Iedereen weet precies wat hij of zij moet doen. Dan is het mooi om te zien hoe er een samenwerking ontstaat binnen een team, waarin ieder zijn eigen vakkundige inbreng heeft. Denk aan haar, make-up, licht en geluid. De modellen, choreografie, productie, pr; iedereen is op die dag belangrijk en presteert op zijn best. Prachtig is dat!’

Wat kunnen de bezoekers aan uw show in Goes verwachten?

‘In Goes willen we mijn meest recente collectie laten zien, zoals hierboven omschreven. Ik hoop dat ik het publiek tijdens de show kan meenemen naar mijn wereld, al is het maar voor een kort moment. De collectie heet Wanting, needing, waiting…

Wat zijn de verschillen tussen Nederland en Denemarken?

‘De verschillen zijn klein en subtiel. Ze zijn moeilijk uit te leggen als je niet Deens bent en in Nederland woont. Ik hou ontzettend van beide landen en zie ook beide landen als mijn thuis. De Denen vind ik in het algemeen wel iets beter gekleed – ze hebben een moeiteloos gevoel voor stijl. Dit zie je ook terug in de inrichting bij mensen thuis. Tegelijkertijd vind ik dat ook de Nederlander meer gevoel voor stijl heeft gekregen in de laatste tien jaar.’

‘Niet te vergeten: de vele bijzondere mensen die ik de laatste tien jaar heb mogen kleden, dat zie ik iedere keer weer als een enorm compliment.’

 

Binnen het gekaderde klassieke kledingstuk zoek ik naar vernieuwing en innovatie. Hier kan ik eindeloos op variëren en mee experimenteren.

Een laatste vraag: welk item mag in geen enkele garderobekast van de Nederlandse vrouw ontbreken?

‘Een goed gesneden smoking! Officieel zijn dat natuurlijk twee kledingstukken. Ik vind een mooie smoking een must voor iedere vrouw. Qua pasvorm niet te strak – het moet iets hebben van een mannelijke smoking – maar met een licht vrouwelijke taillering. Zo’n pak is zó veelzijdig. Je zou het kunnen zien als een tweede “little black dress”. Je kunt een smoking zakelijk dragen, met platte schoenen en een wit overhemd. Maar ook zonder iets eronder, als een “evening look”. En het past bij alle leeftijden. Dus als je een beetje extra investeert in het juiste pak, heb je een outfit voor je hele leven!’

 

Claes Iversen werd in 1977 geboren in het Deense Aarhus en in 1998 emigreerde hij naar Nederland.  Hier begon hij in 2002 zijn opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Tijdens het derde jaar van zijn opleiding liep hij stage bij het bekende mode-duo Victor & Rolf en sleepte hij de prestigieuze Blvd Modeprijs Amsterdam 2005 in de wacht. In 2008 voltooide hij zijn master aan de Artez Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem en twee jaar later opende hij zijn eerste winkel aan de Heerengracht in Amsterdam.

Inmiddels geniet Claes Iversen de status van hofleverancier en ook veel beroemdheden, in binnen- en buitenland,  worden graag in zijn creaties gezien. Zo droeg Ilse de Lange, tijdens de finale van het Eurovisie Songfestival in 2014 in Kopenhagen, twee prachtige jurken van zijn hand en ontwierp hij de trouwjurk van onder meer prinses Viktória Cservenyák, echtgenote van prins Jaime de Bourbon de Parme.

Tekst Helicon Producties

Fotografie Daan van Stek, DC Models, ANP/Remko de Waal, Team Peter Stigter, Hans Colijn