Shanna de Jong over thrillerdebuut dat zich afspeelt in Zeeland

Shanna de Jong bracht in haar jeugdjaren vrijwel alle schoolvakanties door bij haar grootouders in Wilhelminadorp. Ze volgde de lerarenopleiding Nederlands, maar ging na een korte carrière in het onderwijs aan de slag als freelance schrijver. Daarnaast runde ze een succesvolle mamablog, waaruit het ‘Handboek vroeggeboorte’ voortkwam. Op 15 april verschijnt haar eerste thriller ‘Niets Gezien’, over een cold case die het Zeeuwse Wilhelminadorp in de greep houdt.

Tekst: Gertie De Boey | Foto’s: Mariel Kolmschot, Koen Dorst en privé Shanna de Jong

“Mijn grootouders woonden in Wilhelminadorp en ik kwam daar als kind iedere vakantie”

1996 – Op het strandje van Katseveer. In Niets Gezien doet Aram Coster op deze plek een belangrijke onthulling aan Caro Woesthoff.

Hoe is het boek ‘Niets Gezien’ ontstaan?

“De wens om fictie te schrijven, had ik altijd al. Ik ben zelf een enorme thrillerliefhebber en was geïntrigeerd door het feit dat er in dat genre boeken altijd óf een moord wordt gepleegd óf iemand verdwijnt. Maar wat als er ineens iemand opduikt en niemand weet waar diegene vandaan komt? En dat daar een duister verhaal achter schuilgaat? Zo kwam ik op het idee om het verhaal over een vondeling te laten gaan.”

Het verhaal speelt zich af in Wilhelminadorp, waarom?

“Bekende vondelingen, zoals Mozes en Romulus en Remus, werden allemaal gevonden langs de waterkant. Toen dacht ik al snel aan het Goese Sas. Mijn grootouders woonden in Wilhelminadorp en ik kwam daar als kind iedere vakantie. Het is als schrijver het gemakkelijkste om te schrijven over een locatie die je kent. Bovendien zijn het afgelegen plaatsen, die goed bij de sfeer passen die ik wilde creëren.”

Heb je op locatie geschreven?

“Mijn man en ik zijn een aantal keer naar Zeeland geweest om te zien of alles nog overeenkomt met mijn herinneringen en of er dingen zijn veranderd. Ik heb er niet veel geschreven, maar dus wel de nodige tijd doorgebracht om onderzoek te doen.”

Had je als kind al verhalen in je hoofd die zich hier afspeelden?

“Ik zat al van jongs af aan met mijn neus in de boeken en schreef in vriendenboekjes dat ik schrijver wilde worden. Er gingen altijd verhalen door mijn hoofd. Mijn moeder zei vaak: ‘Je hebt een geest van elastiek. Er hoeft maar dit te gebeuren en je hebt er meteen een heel verhaal bij.’ Dat heeft altijd in me gezeten.”

De plekken die je in je boek beschrijft, was je daar als kind veel te vinden?

“Zeker. Van de steiger die in het boek voorkomt, sprong ik altijd af. Ik zwom daar en ving er krabbetjes. Het hoofdpersonage Caro verblijft in een Zaans huisje, in zo’n huisje woonden twee jongens waarmee ik vaak speelde. We gingen altijd naar het strandje van Katseveer en naar het terras en boten kijken in het Goese Sas. Ik heb er mooie herinneringen aan.”

In hoeverre lijkt schrijfster Caro op jou?

“Het is een verzonnen personage, niet mijn alter-ego, maar met sommige dingen die zij zegt, ben ik het als schrijver zeker eens. Mensen vragen vaak: ‘Wie ben jij in het boek? Is er iemand die op jou lijkt?’ Ik heb alle personages verzonnen, dus ze hebben allemaal iets van mij meegekregen.”

Wat voor soort schrijver ben jij?

“Een snelle, de eerste versie heb ik vlot op papier, maar ik ben iemand die lang blijft sleutelen. Ik vind het fijn om genoeg tijd te hebben om het zo goed mogelijk op papier te krijgen. Schrappen en schaven, vind ik leuk om te doen.”

Voelt ‘Niets Gezien’ af?

“Ja, want ik ben al in een ver stadium met mijn tweede thriller en zit nu met mijn hoofd helemaal in dat verhaal. Inmiddels ben ik zo vaak door ‘Niets Gezien’ gegaan dat ik nu het punt heb bereikt dat het genoeg is geweest. Op een gegeven moment moet je er afstand van nemen. Ik vind het onwerkelijk om nu mijn eigen thriller in handen te hebben, maar vooral erg leuk.”

1998 – Zwemmen in het kanaal van Wilhelminadorp samen met mijn jongere broer.

Is je tweede thriller een vervolg op ‘Niets Gezien’?

“Het is een stand alone, met een nieuw hoofdpersonage. Wat ik kan verklappen, is dat de omgeving weer een personage an sich is. Dat was bij ‘Niets Gezien’ mijn doel en probeer ik in deze thriller weer te bereiken.”

Welke schrijvers inspireren jou?

“Ik ben een liefhebber van Engelse thrillers. Nicci French, Robert Galbraith… Ik lees veel en al die boeken en schrijvers bij elkaar inspireren mij.”

Wat maakt een thriller goed volgens jou?

“Ik ben gevoelig voor stijl,
hou van goed uitgewerkte en realistische personages en als je mij met een goede plottwist weet te verrassen, heb je me. Ook
sfeer beschrijven, vind ik heel belangrijk in een boek.”

Wat zijn je ambities?

“Als het lukt, wil ik graag een carrière als thrillerschrijver hebben. Het genre ligt mij goed. Het creëren van een spanningsboog gaat me makkelijk af, het vliegt bijna uit mijn vingers. Dit genre ligt het dichtst bij mezelf.”

Nog dromen?

“Je mag altijd dromen, vind ik. Ik ben een film- en serieliefhebber en het lijkt me waanzinnig om ooit een scenario te mogen schrijven. Als die mogelijkheid ooit op mijn pad komt… Dat zou ik heel bijzonder vinden.”

Niets Gezien

Voor haar nieuwe boek reist bestsellerauteur Caro Woesthoff af naar het Zeeuwse Wilhelminadorp. De plek fascineert haar door een zaak uit het verleden: zesentwintig jaar eerder werd er een vondeling aangetroffen in de jachthaven van het Goese Sas. Al snel ontdekt Caro dat geruchten over het jongetje het dorp nog steeds in de greep houden. Toch lijkt de gesloten gemeenschap niet te zitten wachten op de buitenstaander die hun gezamenlijke verleden wil onthullen. Iemand is vastbesloten Caro voorgoed het zwijgen op te leggen. Hoe ver wil Caro gaan voor de waarheid?