Zeeuw Menno de Bruyne maakt bezoekers wegwijs op het Binnenhof

– Deze actie is verlopen –

Column door Menno de Bruyne

Als je uit de zware zeeklei van ‘Peeland’ bent getrokken, kun je dan wel aarden op het duinzand van de Residentie? Die vraag wordt me als ik op m’n geboortegrond kom nogal eens gesteld, zo van: een Zeeuwse babbelaar is toch geen Haags hopje? Kun je als Zeeuw uit de polder wennen in de grote stad Den Haag?

Ja. Dat kan.Zo’n 30 jaar geleden dacht ik daar heel anders over. Ik ben opgegroeid in de landelijke rust van Colijnsplaat, Noord-Beveland. Toen in 1957 helder werd dat ik eraan kwam, moest diep in de nacht ‘het bootje’ tussen Kortgene en Wolphaartsdijk uitvaren om m’n moeder snel naar Goes te brengen. In de Ganzenstad ging ik 12 jaar later ook naar de middelbare school. Wat een tijd! Wandelen in de polder, zwemmen in de Oosterschelde, fietsen onderaan de dijk. Thuis in Zeeland!

Daarna studeerde ik zes jaren in Leiden. Maar in al die jaren trok het Zeeuwse land me zó sterk, dat ik nóóit een weekend in Leiden over ben gebleven. Sterker nog, als ik op maandag weer met de trein naar Holland reisde, bleven m’n gedachten achter ‘op Colijn’. En als ik op vrijdag achter Bergen op Zoom de bruggen bij de Kreekraksluizen op zag doemen, leefde ik weer op. Voor mezelf lag m’n toekomst in Zeeland.

Het liep anders. In Leiden studeerde ik politieke wetenschappen. Dan is Den Haag natuurlijk wel heel dichtbij – zelfs letterlijk. Nog tijdens mijn studie was ik dan ook regelmatig in de Hofstad te vinden. Soms gewoon om wat op en rond het Binnenhof te slenteren, in de hoop een paar bekende politici te spotten. Ik herinner me nog goed de eerste Haagse politicus die ik ‘in het wild’ op straat tegenkwam. Het was premier Dries van Agt, die bij het torentje een buitenlandse gast uitzwaaide.

Ook zat ik vaak op de publieke tribune van de Tweede Kamer. Waar het over ging, en hoe saai het ook was, dat interesseerde me niks. Ik vond het mooi om erbij te zijn en het te zien. Het was nog die oude knusse vergaderzaal met de groene bankjes. Kamerleden en ministers verdwenen er achter de groene gordijnen in de wandelgangen. “Als ik daar toch ooit eens zou mogen werken” dacht ik dan, ervan overtuigd dat dat voor mij, jongetje uit Colijnsplaat, wel een droom zou blijven.

Maar de droom kwam uit.Inmiddels werk ik al weer 31 jaar in de Tweede Kamer. Duizenden keren peddelde ik op m’n fiets op en neer tussen waar ik woon en werk, dwars door het Haagse Bos en langs het koninklijk paleis. Op het Binnenhof ken ik inmiddels iedere hoek, en in het gebouwencomplex van de Tweede Kamer alle wandelgangen. Verdwalen zal ik er niet snel. Het Binnenhof, de Eerste Kamer, de Ridderzaal, het Voorhout, de Vijverberg, ik heb m’n weg er gevonden. De Tweede Kamer is m’n tweede huis geworden, waar ik op spannende, drukke dagen meer uren draai dan thuis.

Dertig jaar geleden keek ik op tegen ministers en kamerleden. Ik weet nog goed hoe bijzonder ik het vond dat minister-president Lubbers me in het voorbijgaan op toeknikte. Nu is het gewoon ‘Dag Mark’ en ‘Ha Menno’. Zo heb ik geleerd dat al die bekende politici heel normaal zijn. Ze beginnen een praatje in de lift. Een tafel verderop verslikt zich er eentje in z’n gehaktbal. Op de trap glijdt er een uit. Het zijn warempel net mensen. Als je dát weet, is het goed toeven in de Residentie.

Dus ja, de Zeeuwse babbelaar is een Haags hopje geworden…

Lezersactie

Zoals dagblad Trouw het enkele jaren verwoordde: “Zomer aan het Binnenhof. Wie de politieke arena wil bekijken zonder hinder van spoeddebatten tussen ‘onthutste’, ‘geschokte’ of ‘verbijsterde’ Kamerleden, moet tijdens dit stille reces toeslaan met een rondleiding door anglofiele gentleman Menno de Bruyne.” 

Voor lezers van VIVACE is er de unieke mogelijkheid een ‘Politieke Rondleiding’ te boeken op en rond het Haagse Binnenhof. Daar waar het allemaal gebeurt! Naast ‘wat Staatsrecht’ en volop aandacht voor Oranjestad Den Haag, staat een rondleiding door Menno de Bruyne bol van de anekdotes. Hij werkt al ruim dertig jaar in het hartje van politiek Den Haag, zodat hij kan putten uit z’n eigen ervaringen. Zoals over Hans Wiegel, die als minister van binnenlandse zaken het Torentje als werkkamer gebruikte en daar ‘s avonds na vertrek liefst het licht liet branden. Zodat de mensen in het land konden denken dat hij laat aan het werk was. Of over de ‘geen-commentaar-deur’ waar de ministers in en uit lopen, of over de sigarenpeuk van Winston Churchill die achterbleef in de Ridderzaal, of over de hoogste staat van paraatheid van politie en marechaussee… Zeeuw Menno maakt u wegwijs in hartje politiek Den Haag.  

Reserveren kan door een mail te sturen naar:

mdebruyne@tweedekamer.nl
U ontvangt dan nadere informatie over rondleidingen
en hoe u zichzelf kunt opgeven.

Fotografie Cees van der Wal